Jack als redder

Jack als redder in nood

Jack als redder in nood

Door Joke Loevesijn

 

Het is druk aan de Haarlemmerweg.
Jack en Carla hebben hun handen vol aan de honden. En nog steeds komen er weer oproepen voor hulp binnen. Ze willen wel maar soms is het zo’n drukte. Carla doet boodschappen en dan vlug naar huis toe. Waar een ander met vakantie gaat, hebben zij het zo druk dat ze gewoon haast niet samen een uurtje weg kunnen.

Vandaag is Carla opgestaan met een vreselijke hoofdpijn. Als alle honden verzorgd zijn, vraagt ze aan Jack of hij even naar de Haarlemmerdijk wil gaan om aspirine te halen, want die is op. En ze kan echt zo de dag niet door komen.

Het is intens warm en Jack loopt dan ook zo langzaam mogelijk. Je moet je in de hitte maar niet al te druk maken. Als hij bij het Haarlemmerplein komt ziet hij in de volle zon een klein hondje zitten. Het beestje zit hijgend in de volle zon. Jack ergert zich groen en geel. Neem zo’n beest niet mee als je het toch niet mee naar binnen kan nemen. Laat het uit en loop zelf even naar de bank. Mopperend gaat hij naar de apotheek en naar de warme bakker.
Hij is al zo’n drie kwartier onderweg als hij terugkomt en weer dat beestje in de volle zon ziet zitten. Maar nu valt het diertje steeds om. Het loopt een zonnesteek op, denkt Jack.
Woedend loopt hij de bank binnen en buldert kwaad: “Welke hondeneigenaar doet er zo lang over zijn bankzaken? En wie is de eigenaar van die stumper hier voor de deur?”
Iedereen kijkt elkaar aan en schudt het hoofd. Niet van mij, hoor!
”Jawel,” antwoord een bankbediende, “Iemand heeft het beest al twee uur geleden daar  neergezet.
“En jij laat dat toe!” buldert Jack kwaad.
“Nou ja, ik heb er verder geen acht op geslagen,” antwoordt de knaap.
”Zal jou vast binden in de volle zon?” antwoord Jack. “Maar als de eigenaar het in zijn hoofd haalt om het dier op te halen mag je dit adres opgeven. Want ik neem die stumper mee.”
“Ja, maar dat gaat zomaar niet!” zegt iemand.
“Moet jij kijken of dat gaat,” antwoord Jack. En geeft zijn rijbewijs en zegt: “Noteer mijn adres maar. Hier gaat het beestje naar toe en daar mag de eigenaar komen en hij of zij is dan niet gelukkig. Ik verwittig de dierenbescherming gelijk. En bij Stichting Pup in Nood is het beestje in goede handen.”
Jack loopt naar buiten en lijnt het beestje af en neemt het op zijn armen mee.

Carla ziet hem al aan komen en verbaasd doet ze open.
Briesend verteld Jack haar wat er is gebeurt.
“Wat een geluk dat jij het opmerkte, “vindt Carla,  “anders was het beestje dood gegaan door een uitdroging of zonnesteek.”
“Jawel, maar wat een verstand,” vindt Jack. “Kijk, deze hond kan er wel bij maar wat een goedkope manier om van je beest af te willen.”
Daar is Carla het wel mee eens en ze gaat het beestje verzorgen. Eerst geeft ze het een klein beetje water en later mag het meer hebben. Het diertje is in goede handen gelukkig. Fijn dat er een stichting bestaat zoals Pup in Nood.

Gelukkig is het voor dit hondje goed afgelopen. Jack en Carla kunnen tevreden zijn met hun inzet. Jammer dat veel mensen denken dat een dier een vuilniszak is die je weg werpt als hij vol is.
Gelukkig hebben de dieren bij de beestenbende van Jack het goed!